Design betekent meestal ontwerpen, tekenen of vormgeven. Het is een leenwoord uit het Engels, dat op zijn beurt is afgeleid van het Latijnse designare ‘(be) to draw’ en zijn weg heeft gevonden in vele talen. Design was oorspronkelijk het externe vorm- en kleurontwerp van een object, maar tegenwoordig omvat het een veelvoud aan andere aspecten, vergelijk Disegno. Het omvat in het bijzonder ook het onderzoek van de ontwerper naar de technische functie van een object en de interactie met een gebruiker. In het ontwerpproces kunnen onder meer de functie, bruikbaarheid en levensduur van een object worden beïnvloed, wat vooral relevant is bij productontwerp.
In het Engels werd met design oorspronkelijk het puur technische aspect van de constructie bedoeld.
Tegenwoordig spreekt men in het Engels over software-ontwerp, hoewel het het design van algoritmen en niet van representatieve vormen bedoelt.
Het begrip Design
In termen van taalgeschiedenis komt de term design van het Italiaanse disegno ’tekenen’. In het Engels en Frans betekent design ‘creatie’ of ‘ontwerp’, terwijl het Italiaans meer nadruk legt op een testproces, vergelijkbaar met het Spaanse diseño. In tegenstelling tot het Duitse gebruik, dat meer gericht is op ontwerp-creatieve aspecten en grotendeels het concept van design weerspiegelt, omvat de Angelsaksische term design ook technische tot conceptuele delen van het ontwerp.
De term dessin, ontleend aan het Franse Dessinateur, ging in het begin van de 19e eeuw in het Duits. De Duitse term ‘Mustermacher’ bestond toen nog voor de zogenaamde designer.
Sinds de jaren zestig had de Engelse vorm van ontwerp de overhand op de Fransen. In het Duits, waar de termen “industrieel ontwerp” of “productontwerp” werden gebruikt tot 1945. m. gebruikt, is design aanvankelijk bekend in de professionele wereld als een term voor het proces van bewust ontwerpen. In de loop van de recente ontwerpgeschiedenis is het een onderdeel geworden van het gewone spraakgebruik. Hier dient het vaak als verzamelnaam voor alle bewust ontworpen eigenschappen van een echt of virtueel object, een dienst of een merk. In tegenstelling tot het zelfbeeld van de ontwerpers wordt design nog steeds opgevat als een applicatie, als een aanvullende dienst die vooral esthetische regels moet volgen.
De uitbreiding van het concept van design, de opening ervan naar verschillende levensgebieden, die sinds de jaren tachtig wordt waargenomen, leidde tot een grotere belangstelling voor de resultaten van het ontwerpproces wereldwijd en zorgde er tegelijkertijd voor dat het concept vager werd. Sommige van degenen die bij het ontwerpproces betrokken zijn, bekritiseren de verandering in het concept van design als inflatie.
Bij kwaliteitsmanagement wordt volgens de ISO-norm het vormgeven van het productieproces (in de breedste zin van het woord) opgevat als een ontwerpproces. Dit gebruik van de term gaat duidelijk terug naar de Engelse betekenis van het woord. Het ontwerpproces speelt een essentiële rol bij kwaliteitsborging. De term design wordt vooral verwarrend wanneer het proces van productontwerp in overweging wordt genomen. Het is belangrijk om in het ontwerp (van het product) over het ontwerp (van het proces) te spreken.
Pluralisme en design
Het perspectief, het werkterrein of de ontwerpdiscipline zijn niet te herleiden tot een algemeen erkende noemer. Vooral bij het ontwerp moet (nog) een sterk onderscheid gemaakt worden tussen theorie en praktijk. De ontwerptheorie heeft tot dusverre nauwelijks concrete aanknopingspunten opgeleverd die in de praktijk kunnen worden gebruikt, zodat de praktisch handelende ontwerpers eigenlijk heel onafhankelijk werken vanuit een theorie, maar zich toch oriënteren op empirische kennis, concepten en soms logische systemen. In de praktijk is er ook een autoriteit om beslissingen te nemen, wat vaak wordt aangeduid als intuïtie.
Theorie behandelt daarom design op een ander niveau en ontwikkelt modellen om de ontwerppraktijk vast te leggen of te verklaren. Bovendien probeert ze kennis op te doen die in de toekomst in de praktijk kan worden gebruikt. In eenvoudige bewoordingen kan men zeggen dat er maar één praktijk is, maar veel theoretische modellen voor ontwerp. De praktijk werkt simpelweg naar haar efficiëntie toe en houdt nauwelijks rekening met welke disciplinaire grenzen ze doorbreekt. De theorie daarentegen moet noodzakelijkerwijs bepaalde generalisaties creëren of verschijnselen op een conceptueel niveau brengen, wat in feite aanleiding geeft tot theoretische modellen. Deze zijn altijd verbonden met de grenzen van de beschrijfbaarheid.
Design is gebaseerd op mensen
Design is gebaseerd op mensen en hun uiteenlopende behoeften. Deze behoeften variëren van fysieke en psychologische behoeften tot de eisen van de menselijke geest aan de fysieke omgeving. Design volgt niet alleen regels en intenties die het zichzelf heeft gesteld, maar heeft vooral te maken met de belangen van die groepen of mensen aan wie het ontwerp geacht wordt te dienen. Het ontwerp en de schetsen zijn daardoor vooral doelgericht. In de ontwerptheorie werd hiervoor de term functionaliteit bedacht. Design verschilt van kunst, niet in de laatste plaats vanwege de doelgerichtheid.
Procesachtige aard van ontwerp
In de traditionele visie is het begin van een ontwikkelingsproces de analyse van wat er is gevonden en de vereisten voor een innovatief concept. De analyse wordt gevolgd door de specificatie van een concept. Het concept van de ontwerper definieert al de eerste ideeën over de aard van een systeem of object. Daarbij selecteert de ontwerper de middelen die hij geschikt acht om de doelen te vervullen en combineert deze systematisch.
De meer recente ontwerptheorie ziet analyse en synthese als een eenheid. Begrippen als Doen om te weten of Analyse door synthese, geïntroduceerd door Donald A. Schön en geconcretiseerd door Henrik Gedenryd, verklaren ontwerp meer als een hermeneutische cirkel dan als een opeenvolging van analyse en concretisering.
Omdat de mens onder andere een fysiek zintuig is, d.w.z. alleen via fysieke middelen met de omgeving kan communiceren, vooral via de zintuigen, moet elk ontwerp uiteindelijk fysiek en ruimtelijk worden – een object dat effect heeft op het lichaam of kan worden gegrepen door zijn zintuigen. Ontwerpobjecten en ontwerpsystemen vragen uiteindelijk om een vorm die in de specifieke ontwerpfase wordt gedefinieerd. Ten slotte wordt het ontwerp geïmplementeerd in de omgeving: het wordt bijvoorbeeld vervaardigd, op de markt gebracht en verkocht in industriële serieproductie.
Design maakt gebruik van een breed scala aan kennis
Concepten en objecten die voor mensen zijn gemaakt, hebben complexe eigenschappen. In de praktijk wordt een grote verscheidenheid aan kennis of elementen gebruikt voor de ontwikkeling van dergelijke concepten en objecten die vanuit ontwerptheoretisch oogpunt niet specifiek zijn voor ontwerp. De meeste industrieel vervaardigde objecten vereisen bijvoorbeeld de betrokkenheid van technici, ingenieurs en marktstrategen om van conceptuele realiteit naar marktrealiteit te gaan.
De ontwerptheorie beperkt de focus echter alleen tot ontwerpspecifieke aspecten. Hoewel de combinatie van technische kennis, sociologische en psychologische kennis interessant is voor theorie, technische motoren, kennis over groepsgedrag of dieptepsychologische modellen zijn op zichzelf geen objecten die specifiek zijn voor ontwerp. In de praktijk worden deze en vele andere elementen echter door de ontwerpers gebruikt en verwerkt in uitgebreidere concepten en systemen voor mensen. Dit toont aan dat de ontwerppraktijk gebruik maakt van een breed scala aan kennis uit een grote verscheidenheid aan achtergronden. Het ontwerp ontwikkelt een bovengeschikte syntaxis, een orde, om effect te hebben op mensen.
De tekst op deze! pagina is beschikbaar onder de licentie “Creative Commons Naamsvermelding / Gelijk delen“; en komt oorspronkelijk van de Designpagina op wikipedia en is door Google Translate vertaald naar het Nederlands.